Je loopt al weken te plannen, haalt je kookboeken uit de kast, scrolt door de recepten van Dagelijkse Kost of Libelle.be, screent het aanbod van de traiteurs en beste voedingswinkels in je buurt. Want dat etentje moet en zal perfect zijn. Helemaal perfect wordt het met de juiste wijn.
Geen diner zonder een aperitief. Het woord aperitief komt van het latijn 'aperire' wat letterlijk openen betekent. Een goed aperitief bevat voldoende zuren met eventueel een bittertje en is laag in alcohol. De zuren openen je maag en zijn eetlust opwekkend. Bewaar dus die porto voor het dessert.
Goeie bubbels zijn verfrissend én hoog in zuren. Daarbij hoort een hapje dat zeker niet te zwaar is. Ook een klein beetje zuur is toegestaan. Denk aan een rauwe oester met een Oosterse vinaigrette of een gepoft aardappeltje met zure room en lompviseitjes of kaviaar? Een oester doet het altijd goed met champagne of een picpoul de pinet. Ook een frisse, minerale stille wijn is geschikt als aperitief.
De bereiding en kruiding van je gerechten speelt een belangrijke rol. Ga je voor lichte bereidingen of eerder rijk? Stevig geroosterd of langzaam gegaard? Wat ruik je? Peper, rozemarijn? Kruidnagel? Of zijn het eerder aroma's van boter, room? Of geuren van citrusvruchten, vinaigrette van frambozen? Vind je deze ook terug in de aroma's van de wijn? Dan ben je al op de goede weg!
Ga op zoek naar harmonie tussen wijn en gerecht.
Zoutere en zuurdere gerechten vragen om frisse minerale witte wijnen met een hogere zuurtegraad. Dat klinkt misschien vreemd, maar het zoute of het zure én de zuurtegraad van de wijn dempen elkaar en zorgen juist voor een mooi rond smaakgevoel in de mond. Gerechten met een zoutkorst, salades met een vinaigrette, bereidingen met tomaat, doen het dus goed bij een wijn met een hoger zuurgehalte. De meeste Sauvignon wijnen en wijnen uit de koelere klimaten, zoals wijnen uit de Loire in Frankrijk, of wijnen uit Oostenrijk en Duitsland, komen daarvoor in aanmerking.
Rauwe gerechten zoals een carpaccio van rund, combineer je het beste met wijnen die NIET op eikenhout gerijpt zijn. Te veel tannine in de wijn, in combinatie met de eiwitten in het rauwe vlees, zorgt voor een ruwe loogsmaak op de tanden. Ook voor de wijn bij gevogelte zoals kip of parelhoen of fijne wildgerechten zoals een fazantenfilet, patrijs of duif selecteer je best wijnen die de fijne aroma's van het gerecht niet overtroeven. In beide gevallen kies je beter voor lichtere en elegantere rode wijnen.
Vettere vis zoals zalm, een gebakken zeetong met een rijke roomsaus of een romige risotto zijn gerechten die vragen om een volle witte wijn, met eventueel ook wat houtrijping.
De uitgesproken smaak van krachtige rode wijn met een stevige houtrijping past goed bij de smaken van geroosterd vlees en krachtig wild. Denk aan een Rioja Crianza, maar ook Barolo en Bordeaux wijnen kunnen perfect. Natuurlijk zijn er nog tal van andere mogelijkheden.
Feestelijke hoofdgerechten zijn vaak wat zoeter. Denk aan de typische veenbessen, peertjes en appeltjes die het bord versieren. Gerechten die lichtzoet zijn gaan goed samen met wijnen met fruitige aroma's.
Zoet in je gerecht versterkt de aciditeit of de zuurtegraad in wijn. Gerechten die lichtzoet zijn gaan daarom beter met licht zoete wijnen, zoals een sprankelende Clairette de Die. Een top keuze bij desserts met fruit en/of gebak. De combinatie vet/licht bitterzoet vind je in desserts met zwarte chocolade. Heerlijk met een zoetere rode dessertwijn zoals een rode port.
Over het algemeen kies je beter voor witte wijnen. Zeker bij zachte kazen. Naarmate de kaas harder is kan je voor fruitig of steviger rood gaan. Vol en zout vind je vaak terug in romige krachtige kazen zoals een Stilton of Roquefort. Het contrast zout met zoet is dan heerlijk. Zo combineert een Roquefort perfect met Porto.
Bezorg jouw feestmenu via mail op info@entrepotduvin.be en we geven je enkele wijn suggesties. Of kom langs met je feestmenu in Entrepot voor deskundig advies van onze Wijnadviseurs.
Neus en tong, de basis van winefoodpairing
Maar gelukkig doet het meer dan dat. Je reukzin maakt ook fijne associaties. Het ruiken van een bepaalde geur kan je terug brengen naar een bepaalde gebeurtenis en haar emoties.
Je gehemelte ontdekt of de wijn licht of vol, scherp, of zacht, aanvoelt. Maar zonder je neus en zijn grote reukvermogen kom je nergens. Je reukzin is in staat om duizenden geuren te herkennen. Goed proeven doen we dan ook door het maken van associaties met geuren die in ons olfactorisch of reuk-geheugen zijn opgeslagen.
*Japanse keuken, hartig, een balans tussen zoet, zout en bitter zoals bouillon en soja.
Mondgevoel, smaaktype, intensiteit en complexiteit zijn de smaakpatronen waarmee je aan de slag gaat.
Hoe zit het met het gevoel in de mond? Is dit eerder strak of juist rond en vet? Is het gerecht intens qua smaak of eerder neutraal? Proef je verschillende smaken? In je zoektocht naar evenwicht is het niet de bedoeling dat de ene de andere wegdrukt qua smaak.
1. Mondgevoel
2. Smaaktype
3. Smaakintensiteit
4. Complexiteit