‘Orange wines’ of Orange wijn werden eeuwenlang vooral in Oost-Europa gemaakt. Hun oorsprong gaat 5000 jaren terug (sommige bronnen spreken zelfs over 6000 of 8000), naar regio's in het huidige Georgië. Technieken waren toen anders, vaak eenvoudiger, want de wijn moest veel sneller klaar zijn voor consumptie. De wijnen fermenteerden en rijpten in qvevri, grote aardewerken amfora's, die in de grond begraven werden. Veel van deze oude tradities in deze regio zijn jammer genoeg verloren gegaan tijdens het communistische bewind van de vorige eeuw. Ook in Friuli in Italië en het naburige Sloveense Brda is de maceratie van witte druiven eigenlijk zo oud als de heuvels van Collio.
De laatste 20 tot 25 jaar is ‘orange wine’ opnieuw in de mode. Je kan zelfs spreken van een meer duurzame trend en terecht een aparte categorie. Maar deze evolutie verliep niet zonder slag of stoot. Grote namen uit de “klassieke” wijnwereld zaten niet te wachten op orange wijn.
Zo liet de beroemde wijnschrijver Hugh Johnson optekenen:
“Orange wines are a sideshow and a waste of time. What’s the point of experimenting? We know how to make really good wine. Why do we want to throw away the formula and do something different?”
Ook wijnrecensent Robert Parker kon zijn afkeer voor natuurwijnen en orange wines niet verbergen:
“Oxidized, stale, stinking of fecal matter as well as like orange juice or rusty ice tea.”
Gelukkig waren er ook wijncritici die orange wines met een meer open geest bespraken. Maar, het is vooral toch het doorzettingsvermogen en de passie van een aantal wijnmakers die ervoor gezorgd hebben dat ‘orange wines’ terug op de kaart komen en een mooie kwaliteit bieden.
De naam ‘Orange Wine’ werd in 2004 gelanceerd door David Harvey van de Britse wijnimporteur Raeburn Fine Wines, terwijl hij werkte in de kelder van Frank Cornelissen in de Etna-regio van Sicilië. Het was niet zijn bedoeling om een woord uit te vinden. Hij gebruikte ‘orange’ gewoon om de wijn te beschrijven en dit bleef hangen.
Liefhebbers van ‘orange wine’ hebben voorgesteld om andere benamingen te gebruiken zoals ‘amber wine’ of ‘schil-gefermenteerde wijn’ of ‘schilcontact witte wijn’ maar dat past dan weer niet in het rijtje van wit, rood, rosé. Uiteindelijk lijkt de term Orange Wine of Oranje wijn de strijd te winnen. Waarschijnlijk omdat het makkelijk in de mond ligt en gewoon ook heel logisch is.
De most van witte druivenrassen wordt tijdens de fermentatie in contact gehouden met de druivenschillen, de pitjes en soms ook de steeltjes. De maceratie varieert van enkele dagen tot maanden afhankelijk van de wijnbouwer en het type wijn men beoogt. Door dat schilcontact kan de wijn tannine, polyfenolen, aromatische stoffen en eiwitten ontwikkelen die de uiteindelijke wijn visueel, op vlak van smaak, geur en zelfs qua mondgevoel totaal verschillend maken van zowel witte als rode wijnen.
De soort druif zal bepalen welke aroma’s vrijkomen tijdens de vinificatie, en de pel zal de intensiteit van de kleur gaan bepalen. Er worden veel verschillende druivenrassen gebruikt voor een ‘orange wijn’. Daaronder ook heel wat bekende zoals de Pinot Grigio, Chardonnay, Grenache Blanc, of Riesling.
De bodem waarop de druiven staan en het klimaat heeft uiteraard ook een grote invloed op de stijl van de wijn. Het kan een bepaalde frisheid geven, of net de wijn heel vettig en rond maken. Daarin verschillen oranje wijnen niet van rode of witte wijnen.
En dan is er natuurlijk de grote invloed van de wijnmaker. ‘Orange wines’ zie je vooral bij wijnmakers die zo min mogelijk, of zelfs helemaal niet, ingrijpen in het wijnmaakproces en het gebruik van sulfiet of andere additieven beperken of uitbannen. Zeker daarom is het voor ‘orange wines’ belangrijk om enkel heel gezonde druiven te gebruiken, waarvan de schil niet aangetast is door schimmels of ziektes.
Door het herwaarderen van de oude ambachtelijke vinificatie-methodes zijn heel wat van de ‘orange wines’ rechtstreeks verwant aan natuurwijnen. Hoewel niet alle oranje wijnen per definitie een natuurwijn zijn. ‘Orange wine’ wordt vaak ook biologisch dynamisch gemaakt. Het typeert de meeste wijnmakers van ‘orange wines’ wel dat ze zeer veel belang hechten aan de aarde, de natuur en de bodem.
Door de schillen en pitten mee te laten vergisten krijgt de wijn een stevige en robuuste structuur. Sommige wijnbouwers laten ook de steeltjes mee macereren wat nog een extra toets geeft aan de wijn. Het spreekt voor zich dat een kortere of langere schilweking een invloed heeft op de complexiteit van de wijn. Daarnaast zijn er nog heel wat factoren die een belangrijke rol spelen. In welke vaten zal de wijnbouwer macereren? Houten vaten? Amfora’s, ingegraven binnen of buiten, niet ingegraven maar in de kelder? Inox of wat dan ook? Zal hij de wijn net heel veel bewerken of juist zo weinig mogelijk tussenkomen in het proces …? Vaak worden ‘orange wines’ zo natuurlijk mogelijk gemaakt. Met geen of een minimum aan sulfiet. Zonder gekweekte gisten. Oxidatief. En ook dat heeft invloed op de smaak.
Hoe meer oranje wijnen je proeft, hoe duidelijker het wordt dat ze heel verschillend van kleur kunnen zijn. Van eerder geel tot helder diep oranje, amberkleurig of zelf goudkleurig. Sommige ‘orange wines’ hebben ook een roze schijn.
‘Orange wines’ kunnen droog, licht en aromatisch zijn, of vol en fruitig met aroma’s van een beetje geoxideerde appel, haardhout, jeneverbes, zuurdesem, gedroogde abrikoos en sinaasappelschil, maar ook tanninerijk en complex, zoals een volle rode wijn, met daardoor ook een ander mondgevoel. En zowat alle aroma’s en smaken daartussenin. Sommige ‘orange wines’ doen door hun lichte zuurheid zelfs denken aan bepaalde fruitbieren.
Er zijn oranje wijnen waarin dit heel subtiel aanwezig is en er zijn er waarin het meer uitgesproken is. Als de oxidatieve toets té nadrukkelijk aanwezig is, wordt dit door sommige wijnliefhebbers wel eens als een fout beschouwd. Al kan deze indruk meer gebaseerd zijn op de kleur dan op de smaak. Ook de zuren verschillen van wijn tot wijn, van laag tot hoog. Een goed gemaakte ‘orange wine’ heeft een levendige pittigheid die zijn complexiteit in evenwicht houdt. De meeste wijnen hebben ook een klein, lang niet onaangenaam, bittertje op het einde.
Als je eenmaal gewend bent aan de aparte aroma's, smaken en texturen, merk je dat deze wijnen zeer gerechtvriendelijk zijn. Je kan zelfs stellen dat ‘orange wines’ culinaire alleskunners zijn. Ze zijn krachtiger dan gewone witte wijnen. Als witte wijn te weinig is, en rode te veel, kan een ‘oranje wijn’ de oplossing zijn. Op vlak van foodpairing kom je al een heel eind als je de basisregels volgt van fris fruitig naar meer intens vol of complex tannine rijk.
Ga als wijnliefhebber op ontdekking en laat je verrassen door de rijkdom van ‘orange wines’
Wit, rood, rosé en zeker ook oranje. ‘Orange wijnen’ komen terecht weer onder de aandacht en verdienen hun plaats. Zeker gezien de variatie aan aroma’s, de uitgebreide mogelijkheden aan tafel en de passie van vele wijnmakers over de hele wereld.